Door Cornwall via St Ives  naar Sennen Cove                                                             woensdag 16 mei 2018  / gereden:   km


Kust bij Logan RockKeurige rit voor vandaag: ongeveer 90 km. We volgen de ruige kust van Cornwall: de South West Coast. Daarbij kunnen we uit twee routes kiezen. Het eerste deel blijft gelijk, maar vanaf Redruth kun je of rechtdoor de A30 blijven volgen, of rechtsaf via Portreath dichter langs de kust blijven. Aanrader voor een bezoek is volgens het reisboek in ieder geval een bezoek aan het kunstenaarsdorp St. Ives.

Cornwall heeft een prachtige kust

Cornwall kustWe verlaten Newquay en volgen de A3075 over een afstand van zo’n 30 kilometer, richting Goonhavern en Perranzabuloe. Tsja, de plaatsnamen zijn hier -voor onze begrippen- best bijzonder: ze spreken Cornish. Iets voorbij Mount Ambrose ligt de Avers Roundabout en daar gaan we dus rechtsaf naar de B3300 om bij Portreath te kunnen komen. Daarna wordt de weg alweer wat smaller: de B3301, dwars door de North Cliffs. Geen woord teveel gezegd in de aanbevolen route: een prachtig traject. Niet voor niets ook groen gemarkeerd op de kaart. Dit is Cornwall op z’n mooist. De South West Coast heeft een ruig en op veel plekken ongerept landschap. Prachtig ruige kust van CornwallJe ervaart hier het zeeklimaat met relatief zachte winters. Doordat het er zelden of nooit vriest zijn veel soorten -geïmporteerde- subtropische planten als palmen en kamerplanten er ingeburgerd. Door de behoorlijk grote regenval groeien veenmossen er zeer weelderig. Dat is goed te merken aan de vele moerassen die er zijn. Het toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten, waaraan wij nu ook van harte meewerken. Daarnaast leeft men van visserij, landbouw en bloementeelt. Industrie vind je veel in het uiterste zuiden -daar gaan we morgen doorheen- rond Penzance, Falmouth en Fowey.

Ook heeft het graafschap een groot aantal prehistorische overblijfselen waaronder zeer oude tinmijnen, stammend uit bronstijd. In de 18e en 19e eeuw was Cornwall zelfs verantwoordelijk voor 40% van de wereldproductie van tin. We genieten volop van de uitzichten, maar ik zag geen kans te stoppen voor mooie plaatjes, dus dan maar leentjebuur spelen. Bij Loggans nemen we de A30 weer -hier de Hayle bypass genoemd, om het estuarium van Hayle heen- en dan komt St. Ives in zicht.

Camper parkeren: met de bus naar St. Ives

We hebben van onze onvolprezen reisleider al gehoor dat er ”een trucje” is om het centrum van St. Ives te bereiken. Niet doorrijden naar het stadje: daar is parkeren haast geen doen. Maar: even ervoor ligt een supermarkt. Kun je meteen, als je dat wilt, inkopen doen (aandelen, Leo ;-)) ?) Er stopt daar ook een bus: die brengt je voor een klein bedrag naar het centrum van St. Ives. Dat doen we dus en zo te zien zijn we niet de enigen. Voor de bus hoef je niet lang te wachten en dan ga je over een bochtige weg omlaag richting het haventje. We stappen uit bij de kerk en lopen dan door de winkelstraatjes richting de haven. Vanaf het water ziet het er in ieder geval leuk uit (met dank aan Matt Jessop).

Een wat troosteloos dorp op een troosteloze dag

Het stadje St. Ives met zijn grijze granietsteenhuizen die dicht opeen zijn gebouwd was eertijds toonaangevend in de visserij en de visserij-industrie van Cornwall aan de South West Coast. haventje van St. Ives bij ebOndanks de bijna altijd sterk aanwezige, doordringende geur van de vis weerhield de toeristen er niet van St. Ives te bezoeken. Na de aansluiting op het spoor werd de frisse zeelucht juist gepromoot: de grote scholen sardientjes waren inmiddels weg en hun plek werd oor de ”scholen” toeristen ingenomen. Nu zie je de vis alleen nog maar in een enkel visrestaurant. Wat ook kwam waren tientallen kunstenaars en schrijvers. Zo bracht Virginia Woolf hier tot haar twaalfde de zomervakantie met haar ouders door. De indrukken en natuurervaringen die zij hier opdeed, speelden haar leven lang een rol in haar werk. Wat de baai hier zo bijzonder maakt is het avondlicht: dat wordt van drie zijden in het water weerspiegeld. 

Maar ja: het is nu middag en ondanks alle mooie woorden die wij vooraf over dit kleurrijke dorp hoorden, vinden wij het er nogal troosteloos. straatje in St. IvesDaarbij speelt het weer ook een rol: het is een wat troosteloze dag. Als wij door de smalle straatjes slenteren, kunnen wij de omschrijving uit onze reisgids Cornwall zeker niet onderschrijven: “Het strand hoort tot de mooiste van Cornwall.” Wij zien het niet. Het is fijn dat “schilders en beeldhouwers hier door de intensieve uv-straling en het milde klimaat precies vinden wat ze zoeken: een leven, weg van de hectiek, veelzijdig natuurschoon, een woeste zee, afzondering en een gemeenschap van mede-kunstenaars.”

Dat is mooi voor hen: zij wonen hier, wij gaan na een uurtje rondwandelen weer terug naar de OV-bus die ons naar onze Heppiebuzz brengt.

Die starten we voor het laatste stukje van deze dag: over de B3306, wederom een groen gemarkeerde route en dat vergoedt gelukkig veel. We rijden door tot iets voorbij St. Just en komen dan bij Sennen Cove. Daar ligt onze overnachtingsplek: Treveda Farm Camping site.