Zuidkust van Engeland en Brighton | vrijdag 25 mei 2018 / gereden: 246 km |
De Zuidkust van Engeland is zeker de moeite waard om op je gemak te verkennen. Echter: de camping die hier oorspronkelijk in het programma zat, is opgeheven. Een nieuwe vinden, waar je voor één nacht 22 campers kwijt kunt, is niet gelukt. Dus is het de bedoeling dat we nu in één ruk doorgaan richting Dover. Daar ligt camping Martin Mill. Helaas: ook daar zullen we niet overnachten. De campingeigenaar komt ondanks een vastgelegde overeenkomst zijn afspraken niet na, omdat hij in Banking Weekend meer kan verdienen. Dus vinden we onderdak in Marlie Holiday Parkin New Romney. Deze plaats treffen we iets eerder op de route, maar dan moeten we morgen ook iets verder rijden naar de boot. In ieder geval willen we onderweg een kijkje nemen in Brighton.
We zien van alles onderweg, maar eigenlijk weinig van de kust
Het wordt dus een flinke rit voor één dag: zo’n 240 km kilometer. We vertrekken dus op tijd en starten richting Southampton. Dit eerste stuk is nog flink wat snelweg: de A27. Gôh, zitten we al zo dicht bij Houten? ;-))
Zo’n vierbaansroute is ook wel weer lekker, omdat we dan de snelheid erin houden. We rijden onderlangs het South Downs National Park, waar we op de heenweg al doorheen gingen.
De route volgt niet helemaal de zuidkust van Engeland. Dat kan ook haast niet, want dan zou de route door de ”inhammen van de zee” wel erg lang worden. We stevenen dus wat rechtstreekser op ons doel af. We houden Southampton aan, dan op naar Chichester. Dit is vanouds een snijpunt van Romeinse wegen. Ook in het stratenpatroon van deze stad herken je het Romeins patroon. Helaas: geen tijd om de stad te bekijken, we sturen aan op Litlehampton. Dat kennen we nog van de ”heenreis”, omdat we daar op familiebezoek waren. Dat scheelt nu dus veel tijd. Nu gaan we door. naar Brighton: onze toeristische tussenstop. Hier willen we proberen de Heppiebuzz te parkeren. In die badplaats, met zijn historische pier, komen de kleinkinderen en hun ouders best geregeld. Bovendien heeft de staat een aantal mooie historische gebouwen.
Pracht en praal in Brighton
Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. We rijden richting het centrum van Brighton, danwel richting pier -of misschien moeten we wel zeggen: ‘wandelhoofd’- maar we zien nog geen parkeerplek die voor een camper geschikt is. Bijna alle parkeerplekken voor personenauto’s zien er ook nogal vol uit. We rijden langs het Royal Palace: een van de gebouwen die op ons verlanglijstje voor een bezoek staan. Brighton wordt namelijk wel het ”Londen aan Zee” genoemd: het groeide eind 18e eeuw uit tot een van de meest geliefde badplaatsen voor Londenaren. In die tijd raakten veel mensen ervan overtuigd: zeelucht is goed voor je gezondheid.
Het vissersdorp Brighton telde destijds maar zo’n 450 huizen, maar profiteerde van de bescherming door George IV. Hij was Prins van Wales en bezocht de nieuwe badplaats voor het eerst in 1783. Hij had het er naar zijn zin en bleef daarna steeds terugkomen. Dus: de upper-ten volgde hem voetstoots naar de Zuidkust van Engeland. Hij liet er een paviljoen bouwen dat de mogls van India naar de kroon stak: nu dus bekend als het Royal Pavillion.
De Brighton Palace Pier…
Maar ja, voor we dat alles kunnen gaan bekijken, moeten we toch eerst nog een parkeerplekje vinden. We rijden verder langs de boulevard, waar de beroemde Brighton Palace Pier staat. Die heeft inmiddels oorlogen en stormen overleefd -in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Westpier- en bestaat dus al sinds 1823. Dat was toen nog een eenvoudige steiger voor de zeilboten uit Dieppe die hier konden afmeren. Als snel kwamen er kiosken met snoep en souvenirs en er kwamen kraampjes met waarzeggers en een silhouetten-tekenaar. Rond 1830 troffen zware stormen de steiger, wat tot onherstelbare schade leidde. In 1889 werd de pier -er was inmiddels al een meer uit de kluiten gewassen exemplaar- gekocht door de Marine Palace & Pier Compagny. Ook die kregen met een verwoestende storm te maken. Maar ook nu zaten de Britten niet bij de pakken neer en er werd een nieuwe Pier gebouwd. Deze werd in 1899 met een grootse ceremonie feestelijk ingewijd. Vanaf 1905 wordt er steeds meer ‘amusement’ geboden en in 1907 werd de concertzaal geopend.
Er werd ook een heuse ‘Piermeester’ aangesteld: samen met zijn team was Captain Weeks belast met de dagelijkse werkzaamheden op en rond de pier. Pas in 1955 ging de goede man met pensioen. Sinds de jaren ’80 zijn de oude amusementspellen vervangen door moderne versies. Dat bleek een goede impuls voor al die toeristen die de Zuidkust van Engeland bezoeken. Nu is het piereiland dat het verst in zee ligt één groot amusementspark. Mede daarom, hoorden wij al, komen onze kleinkinderen hier zo graag als ze bij de Engelse opa en oma op bezoek zijn. Nu verlichten dagelijks 67.000 energiezuinige lampen de pier, om ook in de avonduren deze trekpleister in beeld te houden. Er is hier werk voor 400 mensen.
Parkeren? Vergeet het maar…
Wij rijden door langs de pier, want we hebben ander werk te doen: een parkeerplek vinden. We realiseren ons dat we al een aardig eindje van het centrum afraken. Eindelijk: we zien een plekje! iets verderop staat de parkeerautomaat en die wil zijn bijdrage natuurlijk graag in ontvangst nemen. Fluitje van ene cent natuurlijk. Ho, ho.. Niet te snel juichen… Het lijkt simpel, maar zo’n Engels model; vraagt toch enige studie. Wat ik ook probeer: ik krijg er geen bonnetje uit om voor de voorruit te zetten. Zelfs met de hulp van een Engelsman die het graag met zijn eigen bankpas voor doet, wil het bonnetje bij mij er niet uitrollen. We, zo ben ik bang, is er nu al twee keer geld van de pas afgeschreven. Maar ja: alleen dat papiertje telt. Tijdens mijn worsteling zag ik nog een parkeerwachter aan de overkant, maar die is alweer uit het zicht verdwenen. Daar ging m’n deskundige hulp…
Ik durf het niet aan de camper alleen te laten, dus we eten ons broodje op en laten dan Brighton en onze worsteling achter ons…
We volgen nog even de “30” langs de kust. Prachtig natuurgebied ook weer, met krijtrotsen. Ver volgens nemen we de A259 langs Hastings, Rye en dan nog een klein stukje tot New Romney.
Bij aankomst op het Marlie Holiday park zien we het bekende NKC-bordje al. Het blijkt echt een hele grote camping: flinke grasvelden, verder zonder echt afgebakende plaatsen, maar we worden keurig naar het juiste plekje gedirigeerd. We installeren ons en kijken nog even op het infobordje: om 17:00u ? Happy restjes-tijd. Nou vooruit: het wordt iets later…
Morgen moeten we uiterlijk 08:15u vertrekken en dan hebben we een uur om in Dover bij de P&O-Ferry te komen. De boot vertrekt om kwart over tien.
Heppie restjes uur: wie heeft er wat over?
Natuurlijk geven wij onze eigen draai aan de ‘Happy restjes’: we rijden niet voor niets in de Heppiebuzz. Er is bij vier campers weer keurig een veldje afgezet, zodanig dat we ook een beetje beschut zitten en we andere campinggasten weinig overlast bezorgen. Het mogen dan restjes zijn, maar ze zijn heerlijk: dank aan alle mede-reizigers! Het wordt een heel gezellig uur, waarin assistent-reisleider Herman het voortouw neemt om Leo en Chris een avondje vrijaf te geven. het ”grote afscheid” is eigenlijk in Brockenhurst al geweest, maar dit samenzijn doet er zeker niet voor onder.
Met de buik vol met restjes, is er nog maar weinig trek in eten. dat komt dus mooi uit.
We maken het uiteraard niet laat vanavond, want we hebben al gezien dat de reisafstand door dit laatste restje Zuidkust van Engeland toch wat langer lijkt dan in dat geplande uur haalbaar. Dus willen we uiterlijk kwart voor acht vertrekken en dat betekent dus: vroeg uit de veren.