De prachtige architectuur van Florence krijgt ons snel in haar greep |
dag 19 – do 20 juni 2019 |
Een reis naar Italië kan niet zonder stadsbezoek Florence, hier beter bekend als Firenze. ’s Morgens vroeg staat een gehuurde bus bij de camping voor om ons snel ter plekke te brengen. De route voert over de Via Roma, die ons bijna rechtstreeks naar het centrum brengt. Onderweg zien we in de verte al de Ponte Vechio, maar dat is voor later deze dag. Helaas vindt de chauffeur dat we -ondanks afspraak met de reisleiding- maar moeten uitstappen bij een halte waarvandaan hij andere ritten kan vervolgen. Dat betekent dat we dwars door straatjes en tunneltjes moeten, in een tempo waarbij de reisleider de snelheid van onze groep te hoog inschat.
Hij wil ons laten zien waar we vanmiddag weer opstappen: het busstation naast het treinstation. Gelukkig kunnen we bij de wandeling met de gids langs prachtige architectuur een beetje bijkomen. Deze stad der Medici is een Toscaans juweel.
We starten bij het Piazza di Santa Maria Novella. De oortjes worden uitgereikt, de ”gidsparaplu” gaat de lucht in en we krijgen hier meteen een heel verhaal over de kerk die we voor ons zien: de Novella.
Santa Maria Novella: een schitterend gotische kerk
Eigenlijk is het niet alleen een kerk: het is een complex met kapellen, een binnenplaats ommuurd door grafnissen, een gang met mooie arcadenbogen en kloostergebouwen. Het kerkgebouw heeft enkele van de belangrijkste kunstwerken van Florence. Best de moeite waard dus om van binnen te bekijken, maar daar is in zo’n gidswandeling geen tijd voor. We moeten in sneltreinvaart langs de hoogtepunten. Deze gotische kerk werd tussen 1279 en 1347 gebouwd door de dominicanen. De voorgevel van verschillende kerken is in de loop der eeuwen vervangen, maar deze heeft nog zijn oorspronkelijke vorm: voltooid in 1470. Er zit een opvallend kenmerk in de kerk: de pilaren aan de oostzijde staan dichter bij elkaar, zodat de kerk groter lijkt dan deze werkelijk is. Op de fresco’s in de Spaanse kapel zijn de dominicanen uitgebeeld als domini canes: de honden van God, die verdwaalde schapen bijeen brengen. Zo leer je nog eens wat ;-))
We lopen twee straatjes door naar het Baptisterium, met daarachter de prachtige Dom.
Kathedraal, Campanile en Baptisterium
De Santa Maria del Fiore in het hart van Florence domineert de stad met met de koepel van Brunelleschi. Hij bleek in staat om de grootste koepel van zijn tijd op deze domkerk te zetten. Dat lukte hem door een binnenschaal die als basis dient voor de balken die de buitenschaal ondersteunen. De elders veelgebruikte traditionele constructie was hierdoor niet nodig. De dom is gebouwd boven een crypte uit de vierde eeuw: de oorspronkelijke kerk Santa Repanta.
Alleen al aan de omvang van dit gebouw kun je zien dat het Florence ernst was om vergelijkbare gebouwen in andere steden te overtreffen. De Campanile ofwel klokkentoren is 85 mtr hoog, maar gezien zijn functie wel lager dan de koepel. Dat moest echt het hoog(st)epunt worden en daarin is de architect zeker geslaagd.
De vloer is ook nog een ‘hoogstandje’: deze stamt dus uit de 16e eeuw, is van marmer en heeft een labyrint als motief.
Het Baptisterium van Florence heeft bijzondere deuren
Schuin voor de kerk staat het Baptisterium met de grote achthoekige doopvont. Het plafond bevat kleurige 13e eeuwse mozaïeken, voorstellende het Laatste Oordeel. De Florentijnen noemen dit gebouw ook wel de San Giovanni: het was oorspronkelijk de kathedraal.
Opvallend aan het gebouw is het gebruik van marmer, maar wel in een combinatie met een bijzondere architectuur. In het interieur vallen de prachtige Byzantyns geïnspireerde mozaïeken op. Na de bouw van de San Lorenzo-kathedraal, werden in het Baptisterium alleen nog maar doopdiensten gehouden. Het Battistero is dan ok gewijd aan Johannes de Doper, tevens beschermheilige van de stad.
Heel bijzonder is ook de deur van het oostportaal. Het duurde liefst 30 jaar om dit prachtstuk te vervaardigen. Maar: dan had je ook wat, want Michelangelo noemde dit enthousiast “De poorten van het Paradijs”. Overigens: wat je hier nu ziet, zijn kopieën. De originelen bevinden zich gelukkig -beschermd tegen verdere achteruitgang- in het Museo dell’Opera de Duomo.
De groep heeft nu eerst even een rustmoment: de gebruikelijke koffiepauze. Maar: niet iedereen heft zin in een warm drankje bij dit weer. Voor ons wordt het een heerlijk ijsje en enkele andere groepsleden denken er net zo over. We laten dat ons prima smaken.
San Lorenzo: de parochiekerk der Medici’s
Brunelleschi verbouwde de San Lorenzo in 1419 in klassieke renaissancestijl, maar de façade werd nooit voltooid. We kijken dus in eerste instantie tegen een saai gebouw aan, maar maken er veiligheidshalve toch een foto van. Gelukkig, want bladerend door de Capitoolgids zien we ’s avonds het belang van het gebouw. In 1520 begon Michelangelo aan de graftombes voor de Medici’s en vier jaar later ontwierp hij de Biblioteca Mediceo-Laurenziana. Daar werd de enorme collectie manuscripten van de Medici’s ondergebracht. Ook hier een reusachtige koepel, die herinnert aan de grootse koepel van Brunelleschi bij de Duomo. Tegenwoordig laat de staat van het gebouw te wensen over: op verschillende plekken staan nu stellages om te voorkomen dat bezoekers worden geraakt door vallende stukken marmer.
Piazza della Signoria: een openbare beeldengalerij
Een ander opvallende plek in het centrum van Florence is het Piazza della Signoria. Deze openbare beeldengalerij vormt samen met met Palazzo Vechio het kloppend politieke hart van de stad. Tegenwoordig is dit het stadhuis van Florence en je vindt hier een belangrijk museum. Hier kwamen vanouds de burgers bijeen voor een parlamento± een openbare bijeenkomst. Overigens zie je hier veel leeuwen, gelukkig allemaal als beeld.
Hoewel: in een ver verleden liepen er ook echte leeuwen rond. Weliswaar in grote kooien, maar je kon erop wachten: eentje ontsnapte. Die wandelde ‘volgens zeggen’ rustig over de Piazza, in de richting van een klein jochie dat daar speelde. Wat daarmee gebeurde, is te lezen in de blog van Saskia Balmaekers, beheerder van de site Ciao tutti…
Tegen half een is de officiële gidswandeling afgelopen en gaat iedereen zijns weegs. Wij wandelen eerst richting het park en komen langs de oude atletiekbaan. Terug bij het centrum lopen we eerst naar de Piazza della Republica. Deze triomfboog in Romeinse stijl herinnert aan de periode dat Florence de hoofdstad van Italië was, rond 1868.
De Ponte Vecchio: nooit opgeblazen
Natuurlijk is onze volgende stop de bekendste brug van Florence: de Ponte Vecchio. Deze wordt ook wel de Oude Brug genoemd: stammend uit 1345. Van oorsprong hadden hier de slagers, looiers en smeden hun werkplaats. Zij gebruikten de rivier de Arno als stortplaats voor hun afval. Dat vond hertog Ferdinando I teveel stinken en zij werden verbannen. Na het opknappen van de werkplaatsen mochten de edelsmeden er hun intrek nemen. Nu zitten er vooral juweliers en winkels met nieuwe en antieke sieraden. Deze panden staan niet alleen op de brug, maar hangen er vaak deels overheen. Die worden dan aan de onderzijde extra gestut: de sporti. Aan één zijde is bovenin een privé-wandelgang gebouwd: de Coridoio. Die verbindt twee paleizen aan de uiteinden van de brug: Palazzo Vecchio en Palazzo Pitti. Zo hoefden de leden van de familie Medici dat zij niet ”tussen het gepeupel” over straat hoefden.
Wij lopen eerst ”net als al die andere toeristen” onder de zuilengalerij door en kunnen vanaf daar al leuke foto’s maken van deze bekendste brug van Florence. Daarna komen wij ook over de brug, om aan de andere kant rechtsaf te slaan, richting Ponte Santa Trinità.
Wandelen over de zuid-oever van de Arno
Halverwege kijken we even bij Hotel Lungarno: daar staan prachtige ‘werkfietsen’, waarmee je makkelijk kunt boodschappen doen. Een mooie service van dit hotel, maar ja± dat past dan ook wel bij een kamer waarvoor je € 320,- per nacht betaalt. Met een beetje mazzel heb je daarvoor dan wel uitzicht op de Arno en -als je nog meer geluk hebt- zelfs ook een beetje op de Ponte Vecchio.
Op zoek naar het busstation en… we drinken nog wat
Het wordt onderhand weer tijd om op zoek te gaan naar ons vervoermiddel: de bus. Maar ja: waar is dan de ingang naar het busstation? Vanmorgen kwamen we ten eerste vanaf de andere kant en de reisleider wees met zijn hand: ‘Daar, aan de overkant..’ Gelukkig zien we het VVV en daar kinnen ze ons de weg wijzen naar de ingang. Mooi. We hebben nog wat tijd over voor de bus vertrekt en we ontmoeten er nog twee stel. We besluiten samen wat te gaan drinken.
En dan: op naar het busstation. De rit verloopt weer voorspoedig en gelukkig is de chauffeur zo vriendelijk om ons recht voor de camping af te zetten. We gaan weer naar onze Heppiebuzz: nog even gezellig kletsen, eten klaarmaken en verorberen en dan: weer naar bed. Klaar voor eindelijk een rustdag. Er staat voor morgen -ook nog zondag- niets op het programma. Daar zijn we wel aan toe.