Bezoek aan het Eden project | maandag 21 mei 2018 / gereden: 31,3 km |
Dit wordt een bijzondere natuurdag: we gaan met de hele groep -in de eigen campers- naar het Eden project. Futuristische kassen tegen de wanden van een voormalige porceleinaarde-groeve herbergen een regenwoud en een mediterrane zone met een warm en droog klimaat. We herkennen daardoor veel planten van eerdere reizen, zoals van Australië en Zuid-Afrika. Buiten is er ruimte voor de planten die in Cornwall gedijen: de openlucht-biosfeer.
De route naar Bodmin is eenvoudig: bij de camping rechtsaf richting St. Austell. Daar zie je de bruine borden al: volgen naar het Eden project. Na 14 km kom je op het grote parkeerterrein, waar je de aanwijzingen van de parkeerwachters volgt.
We bepalen zelf onze wandelroute
Er zijn heel veel plekken voor invaliden-parkeren, maar die mogen we ook voor de camper gebruiken. Prachtig groot en ruim en dan een paar minuten lopen naar het “Houten Paard” bij de ingang. Daar krijgen we ons toegangsbewijs van Chris en Leo -hebben we met het Trust-lidmaatschap weer mooi 64 euro bespaard- plus nog een tegoedbon voor een consumptie.
Vervolgens bepaalt ieder zelf de eigen route, de tijd die je wilt besteden: zoals deze hele reis veel vrijheid.
We gaan dus vandaag een bijzondere tuin bekijken: aangelegd in een voormalige mijnafgraving. Door innovatieve technieken vind je hier de grootste kassen ter wereld, die elk een biome bevatten. De kassen zijn gemaakt van zeshoeken van diverse formaten. De grootste zeshoeken, op een frame van gegalvaniseerd stalen buizen, hebben een diameter van 9 meter. Door in de afgraving te bouwen, ligt het hele project al beschut en bevindt de hoofdingang zich op een flinke hoogte ten opzichte van de biomes.
We lopen naar buiten en dan blijkt eigenlijk het hele complex aan onze voeten te liggen. Het wandelpad leidt langzaam omlaag, de voormalige groeve in. Langs de randen zien we meteen de geschiedenis van de mensheid op borden in beeld gebracht.
Een stukje geschiedenis…
Tim Smit, juist: een Hollander, richtte het non-profit-project op in 1997, samen met architect Jonathan Ball. Twee Britse bouwbedrijven zorgden in anderhalf jaar tijd voor de aanleg. Daar zat een bijzondere afspraak aan vast: ze zouden alleen worden betaald als het project een succes zou worden. Maar: ze geloofden er in en het is voor hen natuurlijk ook een prachtig reclame-object.
Sinds mei 2000 is het bezoekerscentrum open en bijna een jaar later kon het publiek de tuinen in. Sindsdien bezochten meer dan 7,5 miljoen mensen deze bijzondere botanische tuin.
In de loop van de tijd diende het project ook als het decor van diverse evenementen. Op 2 juli 2005 stond hier bijvoorbeeld een podium van Live 8. Bij andere gelegenheden traden artiesten als Moby, Keane, Basement Jaxx en Brian Wilson hier op. Het was ook de filmlocatie voor de James Bondfilm “Die Another Day”.
Als eerste naar de regenwoud-biosfeer
Zoveel spektakel is er vandaag -gelukkig- niet. Wij gaan eerst naar de regenwoud-biosfeer. Er is een redelijk standaard-looproute en op heel veel plekken staat gelukkig een toelichting. Als je zo onder die grote koepels loopt, raak je meteen diep onder de indruk van hetgeen hier tot stand is gebracht.
Het kassencomplex heeft een oppervlakte van 1,55 ha en is 55 m hoog, 100 m breed en 200 m lang. Tropisch regenwoud uit Zuid-Amerika, West-Afrika en Maleisië wordt in het Rainforest Biome nagebootst. Tropische nutsgewassen als ananas, carambola, passievrucht, banaan en bamboe groeien hier voorspoedig. Er worden planten gehouden die van nature alleen op tropische eilanden groeien zoals coco de mer en Impatiens gordonii van de Seychellen. Tevens worden er planten gehouden die endemisch zijn op Sint-Helena.
Het is warm in de Mediterrane kas
In het Mediterranean Biome wordt een mediterraan klimaat nagebootst. Deze kas heeft een oppervlakte van 0,65 ha en is 35 m hoog, 65 m breed en 135 m lang. In deze kas worden planten gehouden die van nature voorkomen in het Middellandse Zeegebied, Zuid-Afrika en Californië. Onder andere planten uit de lookfamilie waaronder ui, knoflook en sjalot worden hier gekweekt. Een andere groente die er wordt gekweekt is de aubergine.
Ook worden er planten uit de wijnruitfamilie zoals citrusvruchten gekweekt. De kurkeik uit het Middellands Zeegebied komt er voor. Planten uit het fynbos als irissen, lelies en orchideeën komen hier ook voor.
Heel apart is de ervaring die je krijg als je het lange, slingerende pad naar boven aflegt. Op een bepaald moment lijkt de doorgang op te houden, maar voor de durfals is er een hangbrug, waarbij je door een nevelgordijn loopt. Ook dat moet natuurlijk op de foto worden vastgelegd. Zie je overigens om wat voor reden ook die hangbrug niet zitten: er is ook een paadje dat eromheen leidt.
Lunchen in het ”afhaalrestaurant”
Tussen de twee hallen bevindt zich op de begane grond een afhaalrestaurant. Wij hebben daarvoor een tegoedbon gekregen, die we nu dus gaan inwisselen. Mede-reizigers deden dat al eerder, getuige deze foto.
Het smaakt allemaal prima en we bewonderen intussen op ons fototoestel nog een paar opnames.
Ons laatste traject: de buitenruimtes
Buiten het kassencomplex worden planten gekweekt in het zogeheten Outdoor Biome. Onder meer nutsgewassen uit gematigde streken als gerst, hop, wede en wilde reseda worden hier gekweekt. Ook groeien hier planten die van nature in Cornwall voorkomen.
Genoeg te zien dus, maar om toeristen te blijven trekken zijn ze al weer bezig aan een uitbreiding: The Edge. In dit gebouw zullen een woestijn met een oase en watertuinen worden aangelegd. Het gebouw gaat gebruik maken van duurzame energiebronnen als wind- en zonne-energie. De watervoorziening wordt verzorgd door een waterbekken op het dak, dat regenwater opvangt.
Wij vonden het bezoek zeker de moeite waard en gaan wer terug naar het River Valley Holiday Park. Morgen via Lanhydrock door naar Tavistock.