Lanhydrock: je waant je terug in de tijd | dinsdag 22 mei 2018 / gereden: 77,2 km |
De route voor vandaag voorspelt slechts 75 km. Dat is dus goed te doen. De tijd zullen we dus vooral ”kwijt zijn” aan het bezoeken van bezienswaardigheden.
We zijn niet de laatsten die vertrekken: die eer valt wel weer te beurt aan Leonie en Tom. Echter: de eersten zijn we ook niet. Er is altijd vroeger volk op pad. De routebeschrijving telt drie keuze-voorstellen: Lanhydrock House and Garden, Cotehele House and Garden en Buckland Abbey. We weten nog niet helemaal welke mogelijkheid we kiezen, maar de beschrijving van de eerste klinkt al veelbelovend. Het is een 17e eeuws landhuis en het interieur geeft een uitstekend beeld van de leefwijze van een voorname Victoriaanse familie. In de keuken vind je nog veel oude attributen: dat mag je niet missen. Nou: daar gaan we dan maar voor.
Lanhydrock: een hoogtepunt deze reis
Vanaf de camping houden we de richting St Austell aan, dus op de rotonde nemen we nu de A390. Al vrij snel zien we langs de weg een van de bekende bruine borden die iets moois om te zien aanduiden. In dit geval: Lanhydrock. Daarvoor moeten we nog een keer linksaf en dan even goed opletten welke toegang voor ons is. Na iets meer dan 22km mogen we al weer stoppen. Eerst passeren we de ingang voor personenauto´s en dan iets verder komt de aanduiding voor bussen en campers. Op aanwijzen van de parkeerwacht gaan we naar rechts en dat hebben er al meer gedaan± er staan er al een stuk of acht van de groep.
Een ticket uit de parkeerautomaat halen gaat ´m niet worden: dan moet je de card van de National Trust voor de scanner houden. Maar ja: pas als we weer thuis zijn zullen we die door de brievenbus krijgen. Gelukkig zit er wel een sticker op de voorruit dat we lid zijn en daar vertrouwen we maar op.
Het is best een pittig stuk lopen naar de ingang van het huis. We volgen de lang laan die al enkele prachtige vergezichten biedt op de bijbehorende landerijen. Af en toe moeten we het pad delen met de koeien die hier vrijelijk grazen.
We gaan onder de indrukwekkende toegangspoort door
De aanblik van het huis is overweldigend. Onder de toegangspoort zit de kaartcontrole en wij tonen ons gele ‘vrijwaringspapie’r: de dame herkent het meteen: zo heeft ze er deze dag al meer gezien. Ze knikt instemmend: loopt u maar door. We komen dan op de eigenlijke toegangslaan.
Daar staat een meneer in stemmig -historisch- zwart, met witte handschoenen. Hij geeft bezoekers de eerste uitleg over de geschiedenis van het huis. Een van de groepsleden waarschuwt me al dat hij het niet op prijs stelt als iemand ongevraagd een foto van hem neemt. Ach, je kent me: die foto komt er toch wel… moet je maar geen ”openbare functie bekleden”. Gelukkig zij de vrijwilligers binnen veel toeschietelijker, zoals rap blijkt. We krijgen van de dames in de hal meteen de tekst in het Nederlands van aandachtspunten bij de rondgang en gaan dan genieten. Beter gezegd: Genieten met een grote G. Allereerst de achtergrond van de historie van dit huis. De laatste bewoonster had geen nazaten en zij verkocht het huis aan de National Trust. Op voorwaarde dat het in de toenmalige staat voor iedereen toegankelijk zou zijn.
Je waant je 150 jaar terug in de tijd
Dankzij deze ”gift” kun je hier dus nu nog zien hoe het er 150 jaar geleden aan toe ging. De tijd is hier echt stil blijven staan. Door het huis heen -en dat is met zijn vijftig vertrekken best van een pittige omvang- is een logische wandelroute uitgezet. Die brengt je bij de verschillende woonruimtes, variërend van chique eetkamer tot jachtkamer of badkamer. Voor de familie was dit alles waarschijnlijk heel gewoon, maar wij vinden het zeer bijzonder.
Lord Robartus, een vermogend tinhandelaar uit Truro, kocht dit landgoed in 1620 en begon direct met de bouw van het huis. Zijn zoon bouwde het vervolgens af, maar wat er nu staat dateert na herbouw uit …, na de hevige brand die flinke delen van het pand in puin legde. Ook hier was het landgoed inmiddels in andere handen overgegaan: veroverd op ”de vijand” en daardoor door de ”overwinnaar” in bezit genomen, dankzij de .. oorlog…
Beter dan met woorden spreken de beelden, gemaakt tijdens de rondgang, hun eigen verhaal.
stukje tekst toevoegen
Nederlandse organist op een Engelse vleugel
Een van de laatste vertrekken die wij bezoeken is ”The Long Gallery” een enorme balzaal met aan het eind een prachtige vleugel. Eerst bewonderen we alle schilderingen en schilderijen die de muren sieren, maar ook de plafondschilderingen zijn indrukwekkend. Langzaam lopen we richting vleugel en er klinkt een niet onverdienstelijk stuk muziek. De verrassing is groot als we Ton zien: medereiziger en organist van de kerk in Bodegraven. Even later komt ook de vrijwilliger die hier wekelijks op dinsdag speelt aanlopen. Hij stelt voor de ze samen quatre-mains spelen. Dat is, omdat Ton toch een ander soort instrument gewend is, wat lastiger. Het wordt dus drie-handen-spel.
Hebben jullie Tom gezien?
Als wij weer buiten staan en de tuin kort zijn doorgelopen -we hebben best nog het een en ander voor de boeg vandaag -zien we Leonie zoekend rondkijken. “Hebben jullie Tom soms gezien?” Die blijkt nog ergens in het pand rond te dwalen en heeft altijd -volgens Leonie- veel tijd nodig om -”in zijn ogen interessante”- dingen te bekijken. Niet dat ze zich er druk om maakt, dat hij er nog niet is: dat is ze wel gewend. We beloven naar hem uit te kijken.
Als ze zich omdraait om nog eens naar het huis te kijken, zien we haar ineens enthousiast zwaaien. Heeft ze hem gevonden? Nee, helaas…. niet verder vertellen…. ze zwaait naar de verkeerde man…
Gelukkig komt de goeie er even later toch aangelopen ;-))
Op weg naar Dartmoor
Wij gaan nu terug naar de camper en pakken dan de route weer op richting Tavistock, nog zon 54 kilometer. Dat is eerst even de borden naar A38 richting Liskeard volgen en dan vanaf Liskeard wederom over de A390. We doorkruisen nu echt het midden van Cornwaal en daarmee ook het laatste stukje van dit graafschap, dat we morgen verlaten. Intussen hebben we besloten de beide andere bezoek-suggesties te laten voor wat ze zijn. Lanhydrock nam best veel tijd omdat er zoveel te genieten was, maar we willen ook redelijk op tijd aankomen voor ons borreluurtje. We genieten van het landschap van Cornwall en komen lang St. Ive -maar dus zonder ‘s’, die hebben we al gehad en door Callington naar Drakewalls. Veel draken zien we gelukkig niet, dus we rijden mooi aan op Tavistock. Daarna is het nog zo’n 5,5 kilometer, want de camping zelf –Langstone Manor Park-staat in het dorp Moortown, maar dat valt gemeentelijk onder Tavistock. We staan nu aan de rand van het Dartmoor National Park, waar we morgen doorheen kruisen.