Per boot naar het Featherbed Natuurreservaat om te wandelen dag 18: zondag 29 september
Geen koffers inpakken en er staat voor vandaag alleen een boottocht op het programma naar het Featherbed Natuurreservaat. Op ons gemak kijken we nog wat rond bij de Tsitsikamma Village Inn, ons hoteldorp, en maken er wat foto’s.
[ezcol_1third][/ezcol_1third] [ezcol_2third_end]Rond tien uur staat Hercules met de bus voor en rijden we hetzelfde stukje route als gisteren: naar Knysna. Onderweg komen we weer bij de brug van waar af de liefhebbers bungeejumpen. Je mag hier –zo zeggen de borden- absoluut niet stoppen: de overheden zijn veel te bang dat je zonder elastiek uitprobeert hoe hoog het is. De foto hiernaast is dan ook ‘illegaal’.[/ezcol_2third_end]
Knysna is een aardig stadje. Bruisend, mede dankzij de toeristen die hier komen om in te schepen voor een boottocht over de …. (inham oceaan?) of naar het eiland. Zo zie je hier levende standbeelden, een muzikale familie die wel wat weg heeft van de Kelly family en een aantal gezellige winkeltjes.
Het duurt nog even voor de boot vertrekt, dus kijken we hier zelf wat rond. Mijn aandacht is natuurlijk meteen getrokken door een apart soort ‘locomotieftrein’: een wagen waar zo’n twaalf personen in kunnen plaatsnemen. Het ding reed eerder daadwerkelijk op een spoorlijn langs de kust: de Gardenroute Railway. Nu blijkt het vooral een aandachtstrekker te zijn voor de vrienden van de Choo-Tjoe: een stoomtrein die hier de verbinding onderhield van Knysna via Sedgefield en Wilderness naar George en dan ook nog door naar Mossel Bay. Helaas is door zware regenval in 2006 een verzakking veroorzaakt en rijdt de trein hier niet meer -nog wel op het stuk tussen Mossebay en George- maar liefhebbers willen het traject graag in ere herstellen.
Het station is er nog wel en vanzelfsprekend nemen we daar een kijkje. Loes ontdekt dat de toiletten nog gewoon toegankelijk zijn, maar terwijl ik buiten op haar sta te wachten, spreekt een bewaker me al meteen aan met de vraag wat ik hier te zoeken heb. Ik leid hem wat af met vragen over de spoorlijn, zodat Loes rustig haar werk kan afmaken ;-))
Daarna wandelen we in de richting van de haven en schepen we in. Het is een soort veerboot die de belangstellenden naar het eiland brengt. Daar gaan we eerst voor een –afgesproken en bij de prijs inbegrepen- lunch naar het restaurant. Wederom weer een heerlijk buffet, waarbij Mathé en ik ons het ijs natuurlijk weer goed laten smaken.
Dan wordt het tijd om naar het 4×4 treintje te gaan: een soort forse trekkar met grote wielen –en een grof bandenprofiel- met daarachter twee wagons op wielen. Het wordt al snel duidelijk waarom het er zo indrukwekkend uitziet: we m,oeten tegen een zeer steile helling omhoog. Bijna boven stoppen we even om foto’s te nemen van de baai, maar dat valt nog niet mee. Ten eerste staan we superschuin en ten tweede zit ik net aan de ‘verkeerde kant’’, zodat er stangen in de weg zitten. Maar: het lukt. Boven aangekomen zien we een soort keerlus: het treintje rijdt daar weer omlaag en wij gaan wandelen: de Bushbuck Trail.
Een heel leuke wandeling. Niet al te moeilijk maar wel mooi. Vooral ook omdat je iedere keer uitzicht hebt op de oceaan en op de baai. Meter voor meter dalen we af, maar mogen van de gids ook nog even een klein stukje tegen een rotsformatie opklimmem, omdat je daar zo’n spectaculair uitzicht hebt.
Ook tegen het einde van de afdaling is er nog een extra uitstapje: dan mag je weer een stuk omhoog klimmen. Die beurt laat ik graag voorbijgaan: ik hou graag Alex gezelschap die last van zijn been heeft -en op een wel heel toepasselijk plekje gaat uitrusten- maar Loes is dapper en gaat mee. Eenmaal aan het einde van de wandeling is er nog een stuk plankier, dat het wat makkelijker maakt langs de rotsen, maar net boven het rotsachtige strand te lopen. Hier kun je ook leuke opnames maken van het opspattende water, dat door verschillende openingen in de rotsen stroomt. Bovendien heb je steeds weer een leuk uitzicht op de baai. Een wandeling waar we een fijne herinnering aan over houden.
Terug naar de boot voor de oversteek naar Knysna, en dan een klein stukje met de eigen bus naar een restaurant dat uitzicht biedt op de baai, want niemand van de groep heeft zin om al meteen terug te gaan: eerst nog samen wat drinken.
We gaan weer terug naar het hotel. Het is vandaag duidelijk minder druk dan gisteren in het restaurant: de Japanse groep is vertrokken. Wij genieten weer van al het lekkers dat ze hier te bieden hebben en gaan dan op één oor, want het zijn nog steeds Zuid-Afrikaanse tijden die we hanteren.