Door Swaziland via de Zulu’s naar Hluhluwe dag 9: vrijdag 20 september
[ezcol_2third]Zondag rustdag geldt hier niet: we vertrekken om acht uur en de stemming zit er al meteen goed in. Over en weer worden grappen gemaakt en de medereizigers worden afwisselen op de korrel genomen. Het is overigens al vijf over half negen als we de ‘echte weg’ opdraaien.
We krijgen van Hercules uitleg over het nationale dier van Zuid-Afrika: de springbok. Overigens, zo weet ik, er is ook een drankje van dezelfde naam… (heb ik daar eerder over geschreven??).
[/ezcol_2third] [ezcol_1third_end]De nationale vogel is de blauwe kraanvogel en de nationale bloem is de koningsprotea, beter bekend als suikerbossie. Daar is dat welbekende liedje op gemaakt.
De nationale boom tenslotte is de geelhoutboom, die we deze vakantie nog diverse keren zullen tegenkomen.
[/ezcol_1third_end]
We rijden nu via Kaalrug richting Manzini. Het is hier overigens een vrije dag in Swaziland: de nationale stemdag. Dat stelt niet veel voor, want onder de koning is alleen een schijnregering aan de macht. Toch zien we hier geregeld zéér lange rijen staan bij overheidsgebouwen of scholen. Kennelijk hebben de inwoners er toch nog vertrouwen in dat het stemmen nut heeft.
Onze eerste stop is bij een huisje langs de weg: Hercules wil graag laten zien hoe de mensen hier wonen. Dat blijkt een schot in de roos: het is -vooral achteraf gezien- een van de weinige keren dat we echt met de lokale bevolking kennismaken. We rijden een stukje ‘het land in’ en dan lopen we verder naar het ‘erf’. We zien er een paar geitjes en moeder geeft juist de jongste wat te drinken. Vader blijkt bezig met het bouwen van een nieuw huis: er liggen allerlei steenblokken die als basis moeten gaan dienen. Maar eerst bekijken we hun huidige onderkomen: een hutje met het meest basale meubilair. Een tweepersoonsbed, een tafel, een stoel, een kastje zonder deurtjes. Het ontbijt -tenminste, dat neem ik aan- staat nog op het tafeltje. Ze voelen zich zeer vereerd met de belangstelling. Ook de kinderen zijn blij, want Maike heeft balpennen mee. Hoewel ze er ieder eentje wil geven, zijn ze heel gewiekst in het verbergen van wat ze al hebben gehad en zetten hun allerzieligste gezicht op om er nog eentje te bemachtigen. Dat lukt!
We stoppen even om ‘op te tanken’ en kort daarna om dan eindelijk de bloeiende yacarandaboom vast te leggen. Tien minuten is het weer raak: nu stoppen we voor een verkeerscontrole. Als de agent vraagt waar we naar toe gaan, zegt Hercules met zijn allercharmantste glimlach: ‘We gaan naar Hluhluwe en ik moet vanavond nog de groep in Kaapstad afleveren bij het hotel’’. De agent glimlacht terug –hij kan dit blijkbaar wel waarderen- en wenst ons dan een prettige reis, zonder dat hij de aangereikte papieren controleert. Tof!
Zo rond kwart over tien zijn we bij de geplande koffiestop en daar hebben we tot elf uur de tijd. Helaas is vanwege de nationale feestdag het bijbehorende winkeltje gesloten. Geen klein trommeltje dus als souvenir. Maar we kunnen wel genieten van een prachtig uitzicht over de rivier: hier heb je het echte vakantiegevoel. Het valt dan ook niet mee om iedereen weer enthousiast de bus in te krijgen.
[ezcol_2third] Door dus naar de grens, bij de overgang Golela. Dat verloopt weer vlotjes. De mannelijke grenswacht heeft er duidelijk zin in vandaag. Bij Thea zegt hij ten afscheid: ‘’Good bye. Vroemmm, vroemm (ze heet Vroom) en bij Loes klinkt het –met saluerende hand: Aye, aye, Captain’’.
Wij lopen alvast naar de andere kant van het grensgebied, terwijl Hercules nog even een korte bagage-check moet laten doen. Daarna is ook hij klaar en kan de bus zijn thuisland in laten rijden. Er staat nog 73 kilometer op het schema naar Hluhluwe; het is nu half één.[/ezcol_2third] [ezcol_1third_end][/ezcol_1third_end]
Het Zulu Nyala Heritage hotel is een mooi onderkomen. We krijgen weer een welkomstdrankje en gaan eerst samen wat drinken. De ober wil natuurlijk meteen het kamernummer weten, maar dat is nog niet bekend. Je ziet zijn gezicht betrekken, maar hij houdt zich dapper. Al snel komt Janine de sleutels brengen en kunnen we hem blij maken met het juiste nummer. Tijd om naar de kamers te gaan en dat is weer een leuke verrassing. Het zijn weer fraai ingerichte slaapplekken, hoewel Ger en Ellie er zelfs ook een bankstel in hebben staan. We frissen wat op en schuiven dan aan bij het dinerbuffet. Geen briefing vandaag, want het progamma is al uitgebreid doorgenomen. Wel moeten we nadenken over onze wensen aangaande de boottocht bij Saint Lucia en een bezoek aan Robbeneiland. We hebben dat thuis al voorbereid -mede vanwege mogelijk contact met naamgenoten- dus wij weten meteen het antwoord: de eerste wel en de tweede niet.
‘Het is de bedoeling dat we ’s middags een Zulugroep op bezoek krijgen, die ons laten hun cultuur en dans laten zien. Maar de reisleiding heeft te horen gekregen dat het vandaag nu juist niet doorgaat. Gelukkig zorgen ze voor een oplossing: wij gaan naar een Zuludorp toe.
Het is heel leuk hoe we er worden opgevangen: de toegang is met speren geblokkeerd. Pas na het aanroepen van een soort code wordt de poort geopend en mogen we naar binnen. Daar krijgen we van een gids eerst uitleg over het leven van de Zulu’s en laten zij zien welke producten ze maken: speren, schilden, potten en diverse soorten kettingen. We krijgen ook uitleg over de kleding die de vrouwen dragen (die van de mannen heeft niet zoveel om het lijf).
Vervolgens gaan we in een bijna halve cirkel zitten -er is nog een groep toeristen- en dan krijgen we uitleg over het bierbrouwen. We mogen het bier natuurlijk ook zelf proeven en dat smaakt wat bitter. Voor Elly het goede moment om het gezicht van Ger even close in beeld te nemen, als hij een slok neemt.
Vervolgens krijgen we traditionele Zuludansen voorgeschoteld. Een leuk spektakel om mee te maken, hoewel niet alle groepsleden van dit bezoek gecharmeerd zijn. Zij vinden dit te ”toeristisch”. Daar kan ik inkomen, maar aan de andere kant gaat de cultuur van de Zulu’s volledig verloren als ze dit niet op deze wijze in stand houden. Als je bedenkt, hoeveel duizenden Zulu’s, Hottentotten en Bosjesmannen zijn afgeslacht door de blanken, dan werk ik er graag aan mee om nog iets van deze geschiedenis overeind te houden.
We gaan weer terug naar het hotel, met wederom een heerlijk buffet waar je wordt verleid alle lekkernijen tot je te nemen. Maar ja, wie omlaag naar de taille kijkt, weet dat hij/zij zich moet inhouden 😆 Na het diner gaan we nog even naar de bar en nemen nog een koffie en een drankje op het terras, maar er is in eerste instantie niet veel conversatie-mogelijkheid. Er komt namelijk toch nog een klein groep Zulu’s hun zang-en danskunsten vertonen.
Aflsuitend, als ik naar binnen ben gegaan om drank te halen, zie ik een groepje dames zich tegoed doen aan een springbokkie, dus daar waag ik me dan ook maar weer aan.