Via Clarens op weg naar Lesotho dag 13: dinsdag 24 september
We verlaten ons gezellige onderkomen alweer vroeg. Ik realiseerde me dat we nog geen foto hadden van deze overnachtingsplek, dus die schiet ik maar even vroeg in de ochtend. Vandaag gaan we op weg naar Lesotho, vanaf vijf voor acht. Hercules vertelt over het ontstaan van Oranje Vrijstaat, ontstaan door het steven van de Boeren voor een eigen staat. Oranje werd er pas later aan toegevoegd, enerzijds omdat de Oranjerivier er doorheen loopt, maar anderzijds als eerbeton aan het oorspronkelijke vaderland van veel boeren. In 1854 onafhankelijk werd. Sinds 1902 maakt het echter wel deel uit van de Unie van Zuid-Afrika.
Ons eerste reisdoel is het stadje Clarens, waar we de portemonnee weer kunnen vullen. Dankzij alle excursies raakt die snel leeg.
Om half elf rijden we het Golden Gate NP binnen, een volgens Hercules heel mooi park. We moeten zeker ‘schreeuwen’ als we iets moois zien om te fotograferen. Ook hier weer: een glooiiend landschap met indrukwekkende rotsformaties. Verderop is een camping en daar stoppen we heel kort voor een plaspauze.
Eigenlijk zouden we hier ook koffie drinken, maar het hotel ligt nog anderhalve kilometer verder. We besluiten door te rijden naar Clarens, waar we een stop van anderhalf uur maken. We parkeren op de hoek van de Van Zylstraat, dus ik geef Hercules het compliment dat hij het niet beter had kunnen bedenken. We lopen eerst naar de pinautomaat, waar blijkt dat meer mensen daarnaar op zoek waren.
Dat levert een leuke foto op: drie op een rij, de achterkant van het reizen. Dan wandelen we het centrale plein rond, waarlangs alle winkeltjes zitten. Het valt op daat we dat al aardig op Afrikaanse wijze doen: linksom met de klok mee. Uiteraard zien we de gebruikelijke souvenir en handcraft winkeltjes. Er blijkt echter ook een brouwerij te zijn, met vijf verschillende soorten bier. Er is blond, red, stout, Indian Pale en zelfs weizen. Ernaast vinden we een winkel met onder meer papierknipwerk. Dit is opgebouwd in lagen: als je het uitvouwt, krijg je een 3D-effect. Er is een afbeelding met een jong stel op de fiets dat de vrije natuur in trekt. Die schaffen we aan.
Even verder langs het plein zien we een klein museum over Clarens. We gaan daar even informeren wat er bekend is over de Van Zyl waarnaar de straat is genoemd. Het meiske achter de balie staat er echter alleen om de spulletjes van handwerkslieden te verkopen; van geschiedenis weet ze niets. Gelukkig zien we een paar verklarende foto’s met tekst. Daaruit blijkt dat ene S.J. Van Zyl van 1955 tot 1963 lid van de gemeenteraad was en van 1962-1968 burgemeester. Natuurlijk heb ik een foto van zijn portret genomen en van zijn handtekening en een foto van een staatsieportret van een groep mannen. Genoeg materiaal om in de stamboom uit te pluizen wie dit is geweest.
We vervolgen de route, nu dus door het bergkoninkrijk Lesotho. Een land dat is omgeven door Zuid-Afrika.
Er is hier ook veel bijgeloof: groepjes mannen zitten altijd bijeen in groepjes op hun hurken. In die positie worden ze ook begraven. Het is bedoeld om in geval van gevaar directe kunnen vluchten.
Lesotho was ooit ook een Britse kolonie. Pas in 1966 werd het een onafhankelijk koninkrijk.
De Basothohoed is gemaakt naar de vorm van de Thaba Bosiu-heuvel in het zuiden van het land. Op de vakantiebeurs hadden wij van een aardige mevrouw in de stand van Lesotho al een klein model gekregen, zo blij als ze was toen ze hoorde dat wij in september haar land zouden gaan bezoeken.
Wij rijden naar Malealea, waar zich zo ongeveer het enige resort bevindt –Makhakhe- dat vrijwel alle reisorganisaties die Lesotho aandoen als overnachtingsplek gebruiken. Als snel is het gedaan met het asfalt: dit is een gewoon ruige bergweg, compleet met de bijbehorende kuilen. Het vereist dan ook weer flink wat stuurmanskunst om er zoveel mogelijk van te ontwijken. We klimmen steeds hoger en Hercules heeft het alk aangekondigd: als we op het hoogste punt zijn, ga ik stoppen voor een fotoshoot. Die plek noemen ze namelijk ‘De toegangspoort van het Paradijs’.
Hij blijkt niets teveel te hebben gezegd: het ziet er werkelijk schitterend uit. Dus: met z’n allen op een rij –sorry, ik stond in beeld- en dan het laatste hobbelig stuk naar Makhakhe. Daar worden we allervriendelijkste ontvangen en krijgen we rondavel nummer 8: een huisje dat wel een beetje lijkt op de beehive, maar hogere basismuren heeft. Hier dus ook alles rond. Maar je hoeft niet op je hurken naar binnen.
Als we er nog maar net zijn, ga ik alweer met het fototoestel op pad: het al aangekondigde zangkoor –traditionele Lesotho-muziek- blijkt al te zijn begonnen. Daarna komt nog een muziekgroep, maar dat laat ik even voor wat het is: we gaan nu eerst wat drinken met de groep.
Vertellen over avond…